Ik vraag bij gevonden geld altijd aan God
of ik het moet inleveren of dat ik het mag houden. Dat doe ik zo: Ik gooi het geld de lucht in en dan zeg ik: O, Schepper van Hemel en Aarde, ik lever het gevonden geld in door het naar U op te gooien. Als u het hotdt, komt het u toe en dan laat ik het aan U over wat er verder mee gebeurt. Als U het weer op de aarde laat vallen, neem ik aan dat ik het mag houden. Mijn dank hiervoor.
Tot nu toe mocht ik het altijd houden.