Otje wekt zijn pleegouders Arthur en Mariska 's ochtends om vervolgens samen te douchen. Als als het even kan, eten ze samen roti en inmiddels kan de puberende Otje na lessen van Arthur ook zwemmen.

Drie maanden geleden zagen Arthur en Mariska vanaf hun woonschip in de Borneohaven (Amsterdam) een zwanenkuiken dat leek te verdrinken. 'Hij was nog geen 2 uur uit het ei toen hij al moest zwemmen met de anderen die al 3 dagen oud waren', vertelt Arthur. 'En toen stak alleen dat kleiune kopje nog boven het water uit. Ze probeerden hem voor onze ogen te verdrinken en toen heb ik hem eruit geschept.'

Na zijn bijna-verdrinkingsdood hielpen Arthur en Mariska Otje over zijn trauma heen. Ze noemden hem Otje en hij beschouwt hen als zijn ouders en neemt hen als voorbeeld. Otje begint inmiddels opmerkelijke menselijke trekjes te krijgen.

'Ik maak altijd allerlei rare capiolen in het water', zegt Arthur. 'Zoals ronddraaien en op mn rug zwemmen. Nou, je hebt nog nooit zoiets belachelijks gezien: een zwaan op zijn rug met zijn poten omhoog.' Maar het babyzwaantje Otje is inmiddels een flinke puber geworden en uiteindelijk willen die ook het huis uit.

En dat is ook de bedoeling. Mariska: 'We kunnen hem wel loslaten maar nu nog niet. Ze kunnen pas na een jaar zelfstandig overleven en ze is pas drie maanden, dus ik heb nog even!'