Acht jaar geleden leerden we een nieuwe (uitgestorven) mensensoort kennen: de Denisovamens. Nu hebben onderzoekers voor het eerst bewijs van een kruising van deze mysterieuze mens met een bekendere tijdgenoot: de neanderthaler.

Een paar minuscule stukjes bot in een Siberische grot volstonden acht jaar geleden om het bestaan van een nieuwe, voorheen onbekende mensensoort te onthullen. Op basis van het DNA in de botjes werd toentertijd de Homo denisova boven de doopvont gehouden. Die leefde in ongeveer dezelfde periode als de neanderthaler, met dat verschil dat zijn leefgebied zich in Centraal-Azië bevond (de mensensoort werd genoemd naar een grot in het Altajgebergte in Zuid-Siberië).

Een team van Canadese en Duitse paleoantropologen1 heeft nu in dezelfde grot een stukje bot gevonden van een 13-jarig kind dat veertigduizend jaar geleden leefde en dat de vrucht was van een neanderthaler (de moeder) en een denisoviaan (de vader). Dat maken de onderzoekers op uit een analyse van het nog aanwezige genetische materiaal in het botje.

De vondst suggereert dat neanderthalers niet alleen in Europa leefden ten tijde van hun neergang (vanaf omstreeks vijftigduizend jaar geleden werden ze weggeconcurreerd door onze voorouders, de Homo sapiens), maar ook in Centraal-Azië. En dat ze zich dus met de denisovianen hebben voortgeplant.

Of de neanderthaler, zoals wij, in de denisovianen een andere soort zagen, valt trouwens te betwijfelen. Mogelijk leken de twee mensensoorten zo sterk op elkaar dat ze zich moeilijk van elkaar konden onderscheiden (moesten ze dat hebben gewild).