Er zijn weinig dingen zo frustrerend als de kalme navigatiestem die jou midden op de snelweg doodleuk vertelt dat je om moet draaien. Uit nieuw onderzoek blijkt dat 20 procent van de mensen in dit soort situaties die frustratie uit door tegen de TomTom te blèren.

We weten allemaal dat de communicatie met ons navigatiesysteem eenzijdig is: het apparaatje praat tegen jou en een goed gesprek zit er niet in. Toch trekt een vijfde van de mensen zich daar weinig van aan. Uit onderzoek van Europcar blijkt dat meer dan 20 procent van de mensen wel eens tegen het navigatiesysteem schreeuwt.

Dat we tegen onze navigatie praten, komt doordat we het apparaat als mens zien, zegt verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen tegen Editie NL. "Mensen raken echt gehecht aan het navigatiesysteem en aan de stem. Je bouwt echt een band op met het computertje en het voelt alsof er een persoon bij je in de auto zit."

"In mijn vorige auto had ik een systeem met een hele aangename, Belgische stem. Ik noemde haar Lucie. Nu komt er een kil, blikkerig geluid uit en kan ik Lucie soms echt missen", zegt Tertoolen. Volgens de psycholoog hebben veel mensen hetzelfde gevoel: "Alsof je wordt toegesproken door iemand die je kent."

Omdat het voelt alsof iemand je de weg wijst, kunnen mensen boos en agressief worden als hij of zij niet doet wat jij wilt. "Soms raak je in de war van de weg en zeg je dingen als 'kom op, joh. Verzin iets', of 'je bent weer lekker bezig, hè!'"

Tertoolen denkt dat de relatie die we met onze navigatie hebben, dezelfde is als de band met de auto in zijn geheel. "Auto's hebben een aaibaarheidsfactor. Je hebt een band met je auto en als er iets niet goed gaat, kun je echt boos op hem worden. Dat slaat nergens op. Het is een stuk metaal."

Hetzelfde verschijnsel treedt volgens de psycholoog op wanneer mensen met robots praten. "Het zijn apparaten, die zich als mensen gedragen en praten. We zijn van nature geneigd om te praten tegen een levenloos object."