Kom je vrachtwagenchauffeur Alje Koopman uit Grootegast tegen, dan vervoert hij kantoorunits, schaftketen, buizen. Maar de voor hem meest waardevolle lading staat nu bij hem in de cabine: een kooitje met drie kleine koolmeesjes. ,,Als ze beginnen te piepen, stop ik om ze te voeren.’’

De vogeltjes zaten tot twee dagen geleden op een veilige plek in zijn achtertuin. ,,Ik zat op een avond met mijn vrouw in de tuin toen de kat van de buren de moeder van de koolmeesjes te pakken kreeg. Ze heeft het niet overleefd.’’

Vogelliefhebber Koopman aarzelde geen moment en keek in het vogelhuisje. ,,Daar zaten dus drie in, de rest van de eitjes was niet uitgekomen.’’

Als de inwoner van Grootegast, die werkt voor Sterenborg uit Meeden, op pad gaat, neemt hij de koolmeesjes mee. ,,In een kooitje waar gaas overheen zit. ’s Avonds en ’s nachts ben ik gewoon thuis. Dan zet ik er een lamp onder die ze lekker warm houdt.’’

Met de koolmeesjes rijdt Koopman rond in het hele Noorden. ,,Misschien moet ik volgende week naar Rotterdam. Dan gaan ze ook mee. Ik geef ze gemalen eivoer. Daar moeten ze wel aan wennen. Normaal krijgen ze levende rupsen, daar groeien ze sneller van. Hiermee lukt het, alleen duurt het wat langer.’’

Koopman spreekt uit ervaring. In de tijd dat hij internationaal vrachtwagenchauffeur was, vond hij bij de Noorse stad Bergen een nestkastje met drie kuikentjes. ,,Die heb ik negen weken bij me gehad. Ik ben overal met ze geweest. Italiλ, Spanje, Marokko, Griekenland en ga maar door.’’

Of de koolmeesjes ook zo lang met hem meerijden, valt te bezien. Koopman rekent erop dat ze over een week of vier, vijf groot genoeg zijn om uit te vliegen.
Foto