Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aan het verkopen van overheidsgebouwen geen 102 miljoen euro maar 2 miljoen euro overgehouden. Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Het Rijksvastgoedbedrijf dat valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de afgelopen jaren 83 panden verkocht voor een totaal van 259 miljoen euro. Volgens de overzichten die het Rijksvastgoedbedrijf geeft, lijkt er na aftrek van de boekwaarde een resultaat te zijn behaald van 102 miljoen. Maar uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het Rijksvastgoedbedrijf in de jaren voorafgaand aan de verkoop op deze panden 100 miljoen extra heeft afgeboekt. Het resultaat van de verkoop van een groot aantal panden heeft dus per saldo 2 miljoen euro opgeleverd.

De verkoop van één van de kantoorpanden illustreert volgens de Rekenkamer de problematiek bij verkopen in een ongunstige vastgoedmarkt en de ontoereikende informatievoorziening daarover aan de Tweede Kamer. De waarde van het kantoorpand werd door het Rijksvastgoedbedrijf in 3 jaar van 11,5 miljoen euro teruggebracht naar een boekwaarde van 3 miljoen euro.

Het Rijksvastgoedbedrijf verkocht het kantoor daarna voor 5,15 miljoen euro. Vervolgens is dit pand door de koper op de dag van levering doorverkocht voor 9,4 miljoen. De verkoper pakte dus in één dag een winst van 4,25 miljoen euro. Dit blijkt uit onderzoek van de Rekenkamer en niet uit het jaarverslag van het ministerie. “Daardoor kan de Tweede Kamer onvoldoende de vinger aan de pols houden”, concludeert de Rekenkamer.