De manier waarop het rijk zwerfafval meet is ondeugdelijk, zegt Dirk Groot, @zwerfinator. Hij heeft zelf een veel beter systeem, vindt hij.

Dirk Groot, vrijwillig zwerfafvalraper, heeft in 18 steden en dorpen in Nederland langs 548 kilometer wegen drankverpakkingen opgeruimd. Hij deed 225 metingen in totaal en hij verzamelde 20.179 plastic flesjes, blikjes, kartonnetjes en drankzakjes: bijna 37 drankverpakkingen per kilometer. Slechts 179 stuks zwerfvuil waren statiegeldflessen – nog geen procent van het totaal. En hij schreef er een rapport over met de titel '20.000 redenen voor statiegeld’.

Eerder al constateerde de vrijwillige afvalraper uit Purmerend dat het opruimen van zwerfvuil betrekkelijk zinloos is. Op een traject van twee kilometer, dat hij in acht maanden 29 keer bezocht, vond hij gemiddeld iets meer dan 28 verpakkingen. Telkens lag er weer nieuw afval. ,,In de strijd tegen zwerfafval wordt vaak gezegd: dat schoon schoon houdt. Dat is een hardnekkig misverstand.’’ Hij pleit voor statiegeld op drankverpakkingen.

Groot, op Twitter bekend als zwerfinator, legt iedere afvalvondst gedetailleerd vast in de app Litterati. Hij fotografeert elk stukje afval. Hij heeft een methode ontwikkeld voor afvalmonitoring die sluitend is, zegt hij. Want: de manier waarop Rijkswaterstaat sinds 2016 zwerfafval meet deugt niet, vindt Groot.

De methode geeft geen goed beeld van het probleem, zegt hij. Groot wil zijn megameting aanbieden aan Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Haar ministerie meet nu het zwerfafval op een manier die volgens Dirk Groot kant noch wal raakt.

Rijkswaterstaat heeft in 46 gemeenten ruim 1000 meetlocaties van 100 bij 100 meter uitgekozen bij winkelgebieden, in woonwijken, bij bedrijfsterreinen, scholen en sportaccommodaties. Binnen die locaties wordt op drie kleinere plekken met regelmaat het zwerfafval geteld. Volgens Rijkswaterstaat is dat een objectieve meetmethode.

Groot vindt de methode allesbehalve objectief en niet-representatief. Hij pleit voor frequente metingen op trajecten, langs drukke en minder drukke wegen. Een meetlocatie bij een winkelcentrum is volgens hem al minder betrouwbaar, omdat gemeenten juist daar zwerfafval frequent opruimen om het straatbeeld netjes te houden.

De afvalmetingen zijn nodig, vooral sinds de Tweede Kamer dit voorjaar een vergaande motie aannam na een petitie van Plastic Soup Surfer Merijn Tinga. Binnen drie jaar moet het aantal plastic flesjes in het zwerfafval met 90 procent zijn teruggedrongen. Van Veldhovens voorgangster Sharon Dijksma (PvdA) aanvaardde de motie, maar wil dat er eerst een deugdelijke nulmeting wordt gehouden. Die nulmeting is er nu, aldus Groot: mijn methode.

''Een goede zwerfafvalmeting is niet moeilijk'', zegt Groot. Hij pleit voor zoeklocaties op kruispunten met verkeerslichten, op en langs fietspaden, langs gemeentelijke wegen, op parkeerplaatsen bij zwemplassen en strandopgangen, op opritten bij snelwegen en bij slooteinden en waterkeringen. Het zijn stuk voor stuk plekken waarvan iedereen die een beetje zich heen kijkt, weet dat er vaak veel troep ligt. Zo-n 700 meetvakken en –trajecten zijn voldoende, volgens de afvalraper. ''Als die 52 keer per jaar worden gemonitord, dan heb je het over 36.400 metingen.''

Wat vond Dirk Groot langs de weg op zijn 225 afvalmissies? Vooral blikjes: 12.555 stuks, maar ook 4843 plastic flessen. Op plek drie staan de drinkpakjes: 1457 stuks. Het meest worden verpakkingen gevonden van de fabrikanten Heineken (16,4 procent), Coca Cola (13,8 procent) en Red Bull (13,2 procent).